-
1 entrench
v. verschansen, ingravenentrench, intrench[ intrentsj]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 secure
adj. zeker; veilig; sterk; gesloten--------v. verzekeren; bereiken; verwerven; beschermen; versterken; afsluiten; opsluitensecure1[ sikjoeə] 〈ook securer; secureness〉1 veilig ⇒ beschut, beveiligd2 veilig ⇒ stevig, zeker♦voorbeelden:secure against/from • veilig voorshe was secure of victory • de overwinning kon haar niet ontgaanII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:————————secure2〈 werkwoord〉4 stevig vastmaken ⇒ vastleggen, afsluiten♦voorbeelden: -
3 verankeren
2 [vastleggen door middel van ankers] anchor3 [figuurlijk] embed♦voorbeelden:dat ligt in ons bestaan verankerd • that is embedded in our existence
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский